14f Augustus 1891.
171
«sluiting van het publiek over het verpachte te beschikken,
«door dit af te huren aan vereenigingen, voor het geven
»van muziekuitvoeringen of andere uitvoeringen of voor
«bijeenkomsten, met vergunning alsdan een entrée te heffen,
»tot zoodanig bedrag als door het dagelijksch bestuur zal
«worden bepaald."
De heer Pels Rijcken betoogt uitvoerig de wenschelijkheid
dat de voorstellen der commissie worden aangenomen. Aan
de commissie werd opgedragen advies uit te brengen omtrent
twee voorstellen. Beide heeren zijn geneigd eene kleine
uitgave ten laste der gemeente te brengen. De een is
hoogst zuinig en gaat tot f 2500. De andere tast een
weinig ruimer in de beurs en komt tot ƒ6000 a 7000.
Maar de commissie heeft vermeend tot vestiging van een
blijvend genot en de bevordering van het genoegen in
Breda, der gemeente eene ruimere sacrifice te mogen op
leggen welke vroeger reeds begroot werd op ƒ16000. De
commissie houdt rekening niet enkel met het genot, maar
ook met het belang der gemeente. Spreker wijst op het
feit hoevele familiën alhier komen wonen en vermeent dat
voor velen het uitlokkend en aangenaam is, dat zij schier
nevens hunne woning een fraaien tuin, het Valkenberg,
vinden. Alzoo is de commissie verder gegaan dan de beide
andere heeren en zij hoopt ook dat als de Raad ten deze
zal beslissen, alsdan zal overwogen worden, èn het genot
èn het belang der gemeente. Tot aanbeveling van het voor
stel der commissie geldt nog een andere hoofdzaak. Het
Valkenberg moet zijn voor alle ingezeteneneen ieder moet
daarvan genot hebben; vandaar dan ook de voorwaarden
die aan de verpachting verbonden worden. Ten slotte doet
spreker uitkomendat de denkbeelden welke bij de com
missie hebben voorgezeten, zijn: genot in 't leven, het
belang der gemeente en het algemeen gebruik.
De heer De Booy zal niet in al die argumenten treden.
Spreker heeft het verwondering gebaarddat niets in het
rapport vermeld is, wat toch het voorstel van den heer