172 14 Augustus 1891. Nelissen behelst, om aan de Groote Sociëteit de huur op te zeggen en kennis te geven, dat zij gebouwen en getim merten zal hebben weg te ruimen. Reeds in de raadszitting van 28 April 1888 gewaagde de heer Pels Rijcken zelf van het opruimen dier barakken. Voorts meent spreker zelf voor het algemeen gebruik gestreden te hebben. Ook maakt spreker opmerkzaam op deze clausule in het rapport: »En »men zegge niet dat dit genot voor weinige gepriviligieerden »zijn zalvoor wie dit zijn zal hangt af van de beslissing »enz." Geen uitzondering gedoogt spreker. Als grondslag moet worden aangenomen, dat de beslissing beheerscht wordt door de uitdrukkelijke bepaling, dat de bestemming van het Valkenberg is voor het gansche Bredasche publiek. De heer Pels Rijcken zegt: Alweer zooveel woorden, zooveel seconden, zooveel zinnen, zooveel minuten verloren- Spreker betoogt dat geen aanzegging aan de Sociëteit te doen is en verwijst den heer De Booy naar de wet. Ook schijnt de heer De Booy niet goed gelezen te hebben, want voor het publiek wordt ook door de commissie gezorgd. De heer Rombouts kan zich niet op het standpunt plaat sen door de commissie ingenomen. Wanneer vraagt spreker moet de staat of de gemeente optreden En hij antwoordtAls de zaak is ten algemeenen nutte of het particulier initiatief te kort schiet. Het vestigen van een drankgelegenheid kan z. i. nooit ten algemeenen nutte zijn. En het particulier initiatief schiet op dat punt volstrekt niet te kort. Er zijn 99 drankvergunningen boven het maximum. Gelegenheden, als men nu eene wil oprichten, zijn er ook verschillende. Spreker kan dan ook niet met het voorstel meegaan. Het volk moet geleerd worden genoegen te nemen zonder drank verbruik, waartoe spreker wijst op Antwerpen, Zutphen, Nijmegen, alwaar het geheele publiek gaat luisteren naar de muziek, zonder dat iemand eenig voorrecht geniet of uitgelokt wordt tot het maken van verteiingen. En dien weg volgende, zal samengewerkt worden met de strekking der drankwet. Het openen eener nieuwe gelegenheid tot drankverbruik kan spreker niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 172