478 44 Augustus 1891. wel te onderscheiden tusschen een monumentaal gebouw en een als beoogd wordt. De heer Van Dam weet niet, of de voorsteller van het amendement daardoor zijn eigen voorstel wil behouden of het eenvoudig wil doen dienen tot wijziging van het voorstel der commissie. Spreker wenscht het voorstel-Nelissen te steunen, terwijl het amendement, eene koffie- en restaura tiezaal doet vervallen. De heer Nelissen zegt, dat de heer Rombouts hetzelfde wil als spreker, namelijk dit, dat niet in, maar alleen uit het lokaal ververschingen zullen worden verstrekt. De heer Pels Rijcken drukt de leden, alvorens te stemmen, nogmaals op het hart, gedachtig te zijn aan het schoone en het genot, dat door eene kleine uitgaaf kan verkregen worden. Laat het eens zijn ƒ20.000, die uitgaaf kan zich Breda wel opleggen. Den heer Van Dam beantwoordende, zegt spreker, dat men het ergste eens neme en geen huurder vinde dan voor geringe huursomdan wordt toch daarnevens het schoone bevorderd en het belang van allen gebaat. En dan het schrikargument van ƒ50.000 door den heer Rombouts aangevoerd. Klinke dat woord niet bij de stemming in de oorenSpreker acht den Raad bezield met beginselen voor het algemeen welzijn en daarom wel bereid een klein offertje aan de gemeentekas op te leggen. Het gevraagde offer is waarlijk niet te groot. De heer De Booy kan de bange vrees van den heer Van Dam niet deelen en acht het beter heel dan half werkwaarom spreker deelt de zienswijze van den heer Van Hal. Wanneer men een pachter heeft, bezield met ondernemingsgeest, dan is het vooruitzicht niet zoo donker. Spreker verklaart het voorstel der commissie te steunen. De voorzitter oppert het denkbeeld te bepalen, dat binnen het afgerasterd gedeelte zich een of meer lokalen zullen bevinden. De heer Pels Rijcken wijst er op, dat eenmaal verschil van meening omtrent dit punt bestaat. Men wil de woor den koffie- en restauratiezaal" doen vervallen. Maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 178