14 Augustus 1891. 181 Komt in behandeling punt 6, letter B, luidende: »dat het afgerasterde gedeelte, met al wat daarin zal zijn »daargesteld door de gemeentein het openbaar zal worden «verpacht voor eenen termijn, door het dagelijksch bestuur «vast te stellen, onder deze bepalingen: «dat het verpachte ten allen tijde voor het publiek zal «zijn toegankelijk behoudens de bevoegdheid van het dage- «lijksch bestuur, om in bijzondere aangelegenheden, met «uitsluiting van het publiek, over het verpachte te be- «schikken, door dit af te huren aan vereenigingenvoor het «geven van muziekuitvoeringen of andere uitvoeringen of «voor bijeenkomsten, met vergunning alsdan een entrée te «heffen tot zoodanig bedrag, als door het dagelijksch be- «stuur zal worden bepaald," De heer Van Dain meentdat in het rapport vergeten is te gewagen van de muziek der schutterij, welke hare ver plichte uitvoeringen in de kiosk zou moeten geven, en stelt voor die bepaling onder de voorwaarden op te nemen. De heer Pels Rijcken zegt dat dit geen verzuim is, maar acht dit onderwerp onafhankelijk van de aan de orde zijnde zaak. De heer Van Dam handhaaft zijne meening, dat die be paling wel moet worden opgenomen, omdat er ook sprake is van verhuring. De pachter moet weten, dat 10 uit voeringen van de schutterij vrij zullen zijn. De Raad heeft zulks te bepalen. Wie belet vraagt de heer Pels Rijcken den heer Van Dam een amendement voor te stellen? Enkel antwoordt de heer Van Dam heb ik ge meend dit punt in overweging te moeten geven. De heer Rombouts gelooft niet dat het juist is, de ver langde bepaling in het kader van het tegenwoordig voorstel op te nemen. Wel paste dit in sprekers voorstel. Het lokaal wordt alsnu verpacht, en vraagt spreker zal de schutterij bereid zijn muziek aldaar te maken? De heer Pels Rijcken ziet er geen bezwaar indat de bepaling worde gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 181