14 Augustus 1891.
185
De heer Van Dam verlaat de vergadering.
De heer Rombouts verklaart tegen het drukken te zijn.
De ontwerpen hebben gecirculeerd en zijn onderzocht, zoo
dat ze rijp zijn voor behandeling. Ook vreest spreker, dat
ze dan weer van de agenda zouden worden afgevoerd.
Ware het drukken vroeger geschied, dan dit erkent
spreker gaarne was zulks wel gemakkelijk geweest.
De heer Van Mierlo vindt het rnoeielijk de gemaakte aan-
teekeningen duidelijk te maken en in memorie te houden
zonder de stukken voor zich te hebben.
Onderscheidene leden toonen bezwaar tegen de kosten,
waarop de heer Van Mierlo te kennen geeft, dat die zoo
groot niet kunnen zijn.
De voorzitter acht het best ook dit punt bij stemming
uit te maken.
Daartoe wordt tot stemming overgegaanwaarvan
de uitslag is, dat met 8 tegen 4 stemmen besloten
wordt, de bedoelde ontwerpen niet te laten drukken.
Vóór waren de heeren Van Mierlo, Pels Rijcken, De Booy
en Heijlaerts.
Tegen de heeren Teychiné, Van Hal, Nelissen, Rombouts,
Guljé, Vroede, Van Dongen en de voorzitter.
Wegens den langen duur der zitting worden de verder
te behandelen zaken aangehouden.
De voorzitter sluit daarop de vergadering.
De secretaris
A. R. VERMEULEN.
De voorzitter,
DE MAN.