18 7 Februari 1891. weg afgeraakt. Hoe kan men vraagt spreker al dadelijk tooneel of andere voorstellingen geven, zonder terrein voor plaatsing Tot het doen van zijn voorstelverklaart spreker geleid te zijn door de betrekkelijke verordening van 's Bosch. De Raad dier gemeente heeft het irrationeele der vroegere bepaling ingezien en deze den 18den October 1883 gewijzigd. Ook de heer Smits weet datdie destijds wethouder was te 's Bosch. En die wijziging is op goeden grond geschied. Wanneer men vasthoudt aan het beginsel van burgemeester en wethouders, dan wordt aan ondernemers de gelegenheid verkort naar deze gemeente te komen. Spreker werkt dit punt nader uit, en leest voor eene correspondentie met Oscar Carré, waaruit blijkt, dat de buitengewoon hooge belastingen dien ondernemer hebben afgeschrikt naar deze gemeente te komen. Daardoor heeft Breda een groot voordeel gemist, dat daarentegen door 's Bosch genoteu is. En zich plaatsende op dit standpunt, verklaart spreker ten slotte, al zou de Raad het eens zijn met burgemeester en wethouders, hij volkomen de zienswijze deelt van den Raad van 's Bosch. De heer Smits, wiens naam door den vorigen spreker genoemd is, moet allereerst opmerken, dat hij op het tijd stip van de wijziging der bedoelde verordening te 's Bosch, reeds uit die gemeente vertrokken was. Vervolgens geeft spreker als zijne persoonlijke beschouwing te kennen, dat bij kermis de belasting te hoog is; zijnde het hem bekend geworden dat ondernemers met veel verlies Breda verlaten hebben. Spreker zou wenschen artikel 3 van het besluit tot heffing van belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden, bepalende dat bij jaarmarkt of kermis het dubbel van het verschuldigde zal geheven worden geheel te doen vervallen. Dat dubbele geeft den menschen den genadeslag. En wordt die hinderpaal weggenomen, dan zal Breda meer door ondernemers bezocht worden en daarin schadeloosstelling vinden dan zal ook niet Carré weerhouden worden naar Breda te komen. De heer Pels Rij eken vraagt te worden ingelicht, hoeveel voor staangeld en hoeveel nog afzonderlijk voor vertooningen moet betaald worden?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 18