'1 September 1891.
193
aantreffendie met hem eendrachtelijk tot het goede doel
zullen samenwerken. Voorts wenscht de voorzitter ook geluk
het dagelijksch bestuur, waarin de heer Smits alsnu zal zitting
nemen.
Vervolgens wordt overgegaan tot de benoeming van een
ambtenaar van den burgerlijken stand.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan op den heer
A. C. J. Smits 17 en J. A. J. W. van Hal 1, terwijl één
briefje in blanco is ingeleverdzoodat tot ambtenaar van
den burgerlijken stand dezer gemeente gekozen is de heer
A. C. J. Smits.
5°. Voorstel tot voorziening in vacaturen in commissiën,
als gevolg van de periodieke aftreling van raadsleden.
De bedoelde vacaturen zijn:
In de commissie van beheer der gemeente-reiniging (vaca
ture de heer Rombouts.)
In de commissie van beheer der gasfabriek (vacature de
heer Smits.)
In de commissie van beheer van het pensioenfonds (vaca
turen de heeren De Man en Nelissen.)
In de commissie tot het ontwerpen van strafverordeningen
(vacature de heer Mr. Pels Rijcken.)
De voorzitter geeft in overweging om de leden, die bij
hunne periodieke aftreding als raadsleden tevens ophielden
als zoodanig in verschillende commissies zitting te hebben,
na hunne herkiezing, in al die commissiën als lid te bevestigen
te meer, dewijl de tijd van vernieuwing dier commissiën
nadert.
De heer De Booy meent daartoe op een lastig geval te
stuiten.
Immers de heer Smits, benoemd tot wethouder, houdt
op lid der gascommissie te zijn.
De heer Van Aken is van oordeel, dat de heer Smits het
bedoelde lidmaatschap wel kan blijven waarnemen.
Deze opinie wordt niet weersproken, waarop de heer
De Booy te kennen geeft, dat ais de Raad er geen bezwaar
in ziet j hij zijnerzijds geene verdere bedenking zal inbrengen