1 September 1891.
199
fabriekmaar wordt nu de weg geopend tot nog verdere
uitbreiding, dan zou zich zelfs het geval kunnen voordoen,
dat men eene tweede gasfabriek moest bouwen.
Ook de administratie zou uitgebreider worden. Bovendien
betalen de bewoners van Ginneken of Teteringen niet in
den hoofdelijken omslag dezer gemeente.
Verlangen zij te genieten van de dienstendie Breda biedt
dan moeten zij zich hier maar vestigen of middelen aanwenden
om bij Breda ingelijfd te worden. Spreker doet ten slotte
het bepaalde voorstel, direct afwijzend op liet verzoek te
beschikken.
De voorzitter ziet er geen bezwaar inom de commissie
voor de gasfabriek te hoorendat als een eisch van beleefd
heid kan gelden. Spreker herhaalt alzoo zijn voorstel.
De heer Rombouts ondersteunt het voorstel van den heer
Van Mierlo. Onnoodig is het, 'tadres aan de gascommissie
te verzenden. De vraag is enkelof de gasfabriek alhier
ook bestemd is voor andere gemeenten Willen de bewoners
van naburige gemeenten van het alhier beschikbare gas
genieten, dat zij zich dan in deze gemeente komen vestigen.
Bijzonderlijk ook maakt spreker er opmerkzaam opdat het
werkvolk niet bevoegd is den gasaanleg op het grondgebied
eener andere gemeente te bewerkstelligen.
De heer Pels Rijcken wenscht buiten de reeds aangehaalde
beginselen nog een ander beginsel aan te voeren, 't Is een
onnatuurlijke toestand, dat de gemeente is fabrikant en
winst maaktmaar toch nooit kan zij leveringen gaan doen
aan andere gemeenten, 't Gaat niet aan, dat Breda wordt
fabrikant ten behoeve van Ginneken of eenige andere
gemeente.
De voorzitter zegt, dat reeds getreden wordt in de mérite
der zaak, terwijl het voorstel eenvoudig is, om het adres
om advies te verzenden aan de gascommissie.
Ook den heer De Booy komt het voor, dat wie in de
lusten deelt, ook in de lasten moet dragen, Z. i. kan ver
zending van het adres niet plaats hebben voor en aleer het
beginsel beslist is.