NOTULEN
GEMEENTERAAD VAN BREDA.
der vergaderingen van den
10 Januari 1891.
Tegenwoordig de heeren: Van Mierlo, Van Dam,
Backer, Teychiné, Vreede, Van Hal, Klep, Van
Dongen, De Boov, Pels Rijcken, Smits, Rombouts,
Van Aken, Heijlaerts, NelissEn en De Man, voorzitter.
Afwezig de heer Guljé.
De voorzitter verzoekt den secretaris voor te lezen de
notulen van het verhandelde in de vergadering van den
27sten December 1890.
Nadat deze hieraan voldaan heeft, vraagt en bekomt de
heer De Booy het woord. Waar sprake is zegt spreker
van de vaste commissiën, is door hein het verlangen te
kennen gegeven om jaarlijks één lid te doen vervangen,
hetgeen niet juist in de notulen is weergegeven. Ook zou
men uit het genotuleerde kunnen opmaken, dat hy zou
zijn medegegaan met de benoeming en bloc. Die wijze van
benoeming acht spreker in strijd met de wet en verwijst
daartoe naar artikel 54 der gemeentewet en verdere minis-
terieele resolutiën. Er kan daar zoo niet met een haze-
1