226 19 September 1891. De heer Sassen vereenigt zich met het gesprokene door den heer Vreede. Spreker zou echter niet enkel eene nadere geneeskundige verklaring wenschen gevraagd te zien, maar ook een officieel rapport van het college voor de brandweer, behelzende alle ter zake dienende inlichtingen. Dan eerst kan met eenige zekerheid de beslissing volgen. De voorzitter stelt daarop voor de zaakter in winning van meerdere inlichtingen, aan te houden, waartoe met eenparig goedvinden besloten wordt. 5. Missive van de Gezondheidscommissie in zake het drinkwater in deze gemeente. Deze missive, ingekomen in de zitting van 4 Juli 1891 en vermeld sub 15 A (bladzijde 107) (zijnde toen besloten die missive niet voor te lezenmaar met bijbehoorende stukken te doen rondgaan bij de leden) is van den volgenden inhoud: »ln antwoord op eene missive van 1 Juni 11., n°. 388, «hebben wij de eer, met terugzending van bijlagen, u te «berichtendat wij kennis genomen hebben van het rapport «over het scheikundig onderzoek van het drinkwater uit «de openbare pompen der gemeente Breda, van dr. Swaving, «directeur van het Rijkslandbouwproefstation alhier. «Wat de resultaten van het onderzoek aangaat, zoo hebben «wij in de eerste plaats u te berichtendat deze voor ons «niets nieuws l.ebben opgeleverd. «Herhaaldelijk toch heeft een onderzoek op scheikundig «gebied van het water der openbare pompen in Breda «plaats gehad, zoo door de Rijks-cholera-commissie van «het jaar 1866, als door dr. Couvée, destijds leeraar aan «de Hoogere Burgerschool alhier, verder door wijlen den «heer Steensma en eindelijk ook door een lid der Gezondheids- «commissie zelf. «Alle onderzoekingen hadden een resultaat, dat vrijwel «overeenkomt met, hetgeen door dr. Swaving nu werd «gevonden. Op de belangrijkheid van dit resultaat is door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 226