10 October 1891. 243 De heeren Heijlaerts en Van Dongen ondersteunen die voorstellen. De heer Heijlaerts verklaart, den opzichter der plant soenen, Waals, bijna een wetenschappelijk man te durven noemen en zou ook wel zijn titel willen veranderd zien. Als bloemenliefhebber staat spreker verbaasd over hetgeen Waals ten uitvoer brengt. Maar hem moet meer zelfstan digheid worden toegekend en hij moet over meer vrijen tijd kunnen beschikken. Hij moest geen opzicht behoeven te houden over baggerensneeuw opruimen en dergelijke zaken. Daarvoor staat Waals te hoog. Ook kunnen de planten bederven als hij aan de zorg daarover onttrokken wordt. Al staat Waals onder den architect, meer autono mie moet hem toegekend worden. De heer Van Aken doet den vorigen spreker opmerken dat Waals in zijne instructie niet belast wordt met het toezicht op baggeren. De heer Heijlaeits beroept zich op feiten. In persoon heeft hij Waals als zoodanig in functie gezien. De heer Van Aken ontkent dat niet, maar zegt, dat nu de ontwerp-instructie voor Waals anders luidt. Het had nimmer moeten gebeurd zijn antwoordt de heer Heijlaerts. De heer Nelissen releveerende het gezegde van den heer Heijlaerts, dat Waals toezicht moet houden bij het opruimen van sneeuw meentdat wel van alle beschik bare krachten gebruik mag gemaakt worden, als er zooveel sneeuw ligt als verleden winter. Spreker ziet niet in, dat Waals daardoor kan gekwetst zijn. De heer Van Hal heeft nimmer van Waals eenige klacht gehoord. Spreker vindt het wel wat kras te zeggendat Waals in den winter altijd in de serre moet zijn. Waals heeft werkelijk veel ambitie en hij verricht zijne taak op goede wijze, maar de architect behoort zijn chef te blijven. Juist doordat Waals ook kennis heeft van meststoffenis hij nuttig voor de verschillende diensten, die hem worden opge legd. Wat- de titulatuur van Waals aangaat deze doet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 243