254 24 October 1891. 4. Missive van burgemeester en wethouders van Breda, dato 20 October 1891 N°. 782, kennis gevende, dat in hunne vergadering daags te voren gehouden, bij loting, bepaald is, dat de derde alhier benoemde wethouder, de heer A. C. J. Smits, als zoodanig zal aftreden in 1893. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. Namens burgemeester en wethouders wordt door den voorzitter voorgesteldten einde de z. g. trouwzaal van een nieuw vloerkleed te voorzien en tevens die zaal opnieuw te behangen, Hoofdstuk II, art. 2 der begrooting, dienst '1891 te verhoogen met 505, en hoofdstuk IVart. 1 met 200. De heer Van Mierlo vraagt, of de voorgestelde wijziging zal geschieden op den dienst van 1891 of 1892? De voorzitter zegt: y>op den dienst van 1891". Vervolgens wordt het voorstel zonder bedenking goedgekeurd. B. Verslagen: De voorzitter vraagt, of er ook heeren zijn, die eenig verslag hebben uit te brengen? Daarop neemt het woord de heer Guljé, die voorleest het volgende rapport: »In ons rapport, uitgebracht in de Raadsvergadering van sden lsten September 1891 in zake het ontworpen scheep svaartkanaal in Noordbrabant, werd door ons voorgesteld sde door de gemeente toegezegde bijdrage van f 100.000 ste verminderen met f 30.000en alzoo te brengen op 70.000, en wel naar aanleiding der door de commissie suit de provinciale staten voorgestelde wijziging van sub 4 sder dezerzijds gestelde voorwaarden, waardoor de loozing svan Markwater langs het kanaal op de Oosterhoutsche shaven zoo goed als onmogelijk zoude worden. sSedert hebben wij eene conferentie gehad met den heer shoofd-ingenieur van den provincialen waterstaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 254