7 Februari 1891.
25
ziekenhuis) een bedrag van 56,50 en dat bedrag over te
schrijven op art. 10, afd. 2, Hoofdstuk VI, (verplegings-
kosten van behoeftige zieken in het Roomsch Katholieke
Gasthuis).
Wordt, zonder bedenking, besloten, de voorge
dragen wijziging der begrooting, dienst 1890, goed
te keuren, behoudens machtiging van Gedeputeerde
Staten van Noordbrabant.
B. Verslagen
De voorzitter vraagt, of er ook leden zijn, die eenig
verslag hebben uit te brengen?
Daarop komt ter tafel eene missive van het college van
curatoren van het Gymnasium te Breda, in welks handen
is gesteldom advieseen adres van den heer J. W. C.
Beelenkamp, leeraar aan de Kon. Mil. Academie, strekkende
tot toelating zijner dochter Emma Marie, geboren 16 Juni
1879, tot het admissie-examen in 1891 van het gymnasium
alhier, en haar, na voldoend afgelegd examen, te vergunnen
leerlinge van genoemde inrichting van onderwijs te worden.
In die missive wordt berichtdat het college van curatoren
het niet raadzaam acht, het samengaan van jongens en
meisjes op ééne school toe te laten, terwijl het niet onwaar
schijnlijk is, dat het ouders zou kunnen weerhouden om
hunne zonen de lessen aan het gymnasium te doen bijwonen;
dat mitsdien het college eenparig besloten heeft te adviseeren,
dat het niet in het belang van het gymnasium zoude zijn,
om vrouwelijke leerlingen toe te laten.
De voorzitter stelt dit advies aan de orde, en vraagt, of
de Raad zich daarmede kan vereenigen?
De heer Backer oppert bedenking. Spreker vindt het
bezwaar, te weten, het samengaan van jongens en meisjes
op ééne schoolniet zoo groot. Ook in andere gemeenten
worden meisjes aan het Gymnasium toegelaten, zonder dat
daarover klachten gerezen zijn. Spreker zou het jammer