24 October 489-1. 261 schrijven aan zijne vele bezigheden, in tegenstelling met den heer Van Hal. Thans verklaart spreker gebruik te maken van zijn recht als raadslid ter bespreking der zaak. De heer Van Hal antwoordt daarop, dat hetgeen hij gezegd heeft aan den heer Van Dam zonder zwartgalligheid is geschied. Spreker zelf heeft gewezen op de vele bezig heden van den heer Van Dam. Overigens houdt hij niet van tirades en laat die uitdrukking voor diens rekening. De voorzitter wil daarop de conclusie van het rapport in stemming brengen, doch de heer Heijlaerts komt terug op zijn voorstel om de stukken ter visie te leggen. De heeren Rombouts en Sassen verklaren dat voorstel te steunen. Daarop wordt overgegaan tot stemming, of de stukken al dan niet ter visie zullen gelegd worden, waarvan de uitslag is, dat de stemmen staken. Vóór waren de heeren Van Dongen, Nelissen, de Booy,' Teychiné, Smits, Sassen, Rombouts, Heijlaerts en Van Dam. Tegen de heeren Klep, Van Aken, Van Hal, Backer, Guljé, Pels Rijcken, Vreede, Van Mierlo en de voorzitter. Onder het stemmen geeft de heer Smits zijne meening te kennen, dat als ter visielegging van stukken door eenig lid verlaDgd wordt, dit vanzelf moet volgen, terwijl de heer Nelissen van oordeel is, dat zulks in dat geval niet mag geweigerd worden. 2°. Voorstel van de ^commissie van bestuur van het Pensioenfonds voor de gemeente-ambtenaren en bedienden alhier, tot het wijzigen der betrekkelijke verordening, in verband met een bij haar ingediend voorstel door haar medelidden heer J. J. Nelissen. (Bedoelde stukken zijn in exlenso opgenomen in de notulen van dezen Raad van 4 Juli 1891. Zie gedrukte notulen bladzijden 112116.) De voorgestelde wijzigingen zijn de volgende: 1°. Bij te voegen: als 4de alinea in artikel 7 »Voor hem, die, na op eigen verzoek ontslagen te zijn,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 261