24 October 1891. 263 gegeven, ten einde tot een zooveel mogelijk volmaakt geheel te komen, het volgende schriftelijk voorstel te doen: »De ondergeteekende heeft de eer voor te stellen naar «aanleiding der voorgestelde wijzigingen in de verordening »tot regeling der pensioenen van de gemeente-ambtenaren «en bedienden, de navolgende bepalingen in te lasschen: »1°. art. I te lezen: «Pensioen wordt verleend aan de van wege de gemeente «aangestelde en uit hare kas of uit die eener haar onder- «geschikte inrichting bezoldigde ambtenaren en bedienden «die voor hunne aanstelling ten genoegen van burgemeester «en wethouders het bewijs zullen hebben geleverd, dat zij «vrij zijn van ziels- en lichaamsgebreken en volkomen «geschikt zijn tot de aanvaarding hunner betrekking enz." «2°. art. 11 als 1de alinea te doen volgen: «Ook kan op voordracht van burgemeester en wethouders «zulk een pensioen worden verleend aan hen, die zonder «dit aan te vragen het recht van pensioen volgens art. 4 «hebben verkregen, maar wier diensten niet meer in het «belang der gemeente wenschelijk worden geacht." «3°. art. 7 achter de gewijzigde alinea, als die volgens y>liet voorstel-Nelissen is aangenomenalsnog te doen volgen: «een en ander met inachtneming der bij artt. 1 en 11 «omschreven eischen". «Willen de voorstellen der commissie zoowel als die van «den heer Nelissen aan hun doel beantwoorden, dan is eene «wijziging en bijvoeging als ondergeteekende bedoeld aller- «noodzakelijkst en komt de strekking van art. 5 in den zin «der commisssie, volgens de door haar gewijzigde redactie, «dan eerst goed tot haar recht om misbruiken te keeren «en een beletsel om een beroep op de verordening tegen «de bedoeling van den wetgever. «Stelt men bij art. 1 de verplichte lichamelijke geschikt sheid dan zal het volgens art. 5 des te gemakkelijker uit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 263