26
7 Februari 1891.
vinden, als eene openbare inrichting niet voor allen werd
opengesteld. Ter motiveering zijner stembeeft spreker dit
in het midden willen brengen.
Niemand verder het woord verlangende, brengt de
voorzitter in stemmingof de Raad al of niet zich
vereenigt met het advies van curatoren, waarvan de
uitslag is, dat met algemeene stemmen op eene na,
die van den heer Backer, besloten wordt, vrouwelijke
leerlingen niet tot de lessen van het Gymnasium toe
te laten.
C. Aangehouden zaken:
r
1°. Missive van Zijne Excellentie den Minister van Finan
ciën van den 13den December 1890, n°. 8, afdeeling domeinen,
houdende mededeeling, in zake eener wijziging van het
plan van wegen op geslechte vestinggrondente Breda,
dat zijnerzijds geen reden bestaat om eene strook van het
noordelijk stuk bouwgrond langs den geprojecteerden weg
aan te bieden aan de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen, en ook niet wordt ingezien, waarvoor
een doorzicht van de te bouwen brug af naar het midden
van het spoorwegstation nuttig kan zijn. Voorts geeft de
Minister te kennen, dat het niet zijne bedoeling is, de
thans als weg gebruikt wordende strook langs de Mark
geheel te verkoopenmaar dat van die strook eene breedte
van zes meter Staatseigendom zal blijven; zullende de ton-
rondte van den nieuwen weg moeten zijn 0.30 M. Verder
legt de Minister over eene nieuwe kaartwaarop de richting
die Z.Ex aan den nieuwen weg wenscht gegeven te zien
en de nieuwe bouwblokken zijn aangeduid.
De voorzitter herinnert, dat de stukken tot deze zaak
betrekkelijk hebben ter visie gelegen.
De heer Van Mierlo zegt ter plaatse gezien te hebben,
dat het terrein, alwaar de nieuwe weg zal gelegd worden,
moet opgehoogd worden. De kosten hiervan en die aan