5 December 1891.
'279
van zijn beheer, onder dankbetuiging voor de goede diensten
aan de gemeente bewezen.
Overeenkomstig dat voorstelwordt zonder beden
king, besloten.
De voorzitter geeft in overweging eene oproeping van
sollicitanten te doen.
De heer Rombouts vraagt, of de nieuw te benoemen
ontvanger op dezelfde voorwaarden wordt aangesteld 1
De voorzitter antwoordt, dat die voorwaarden waarschijnlijk
zullen herzien worden, waarop de heer Rombouts te kennen
geeft, dat die herziening aan de oproeping en benoeming
moet voorafgaan.
De heer De Booy herinnert aan de bepalingen der wet
bij het optreden van een nieuwen ontvanger en beweert dat
alzoo het besprokene eerst rnoet geregeld worden.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders
de noodige voorstellen zullen doen, waarmede de
vergadering genoegen neemt.
1'2°. Adres van den heer E. P. J. de Wolf, dato 15
November 1891, onder aanvoering van beweegredenen, ver
zoekende hem lot opzichter-boekhouder bij de gemeentewerken
te benoemen.
De voorzitter meent dat eene oproeping van candidaten
alsnog zal noodig zijn.
De heer Van Mierlo maakt opmerkzaam, dat, ter voor
ziening in de betrekking, eene aanbeveling moet plaats hebben
van burgemeester en wethouders.
De heer Rombouts vereenigt zich daarmee, als het de
bedoeling is eene oproeping te doen. Spreker erkent wel
de bekwaamheden van den adressant, maar wil ook anderen
de gelegenheid bieden mede te dingen.
De voorzitter zegt, dat als het adres wordt verzonden
aan burgemeester en wethouders, dezen dan wel in het
meeste belang der gemeente zullen handelen,