5 December 1891.
281
kosten, voor onmogelijk gehouden, terwijl ter tegemoetkoming
aan het verlangen betrekkelijk het plaatsen van bliksem
afleiders inlassehing wordt voorgesteld van de volgende
bepaling
«dat de inrichtingen ter keering van schade door stroomen
»van hooge spanning, aan de toestellen en op 'tcentraal-
»bureau aan te brengenvooraf door burgemeester en
«wethouders behooren te zijn goedgekeurd".
In den tweeden brief wordt te kennen gegeven, dat geen
principieel bezwaar bestaat tegen de bepaling, ook voor
komende in de concessievoorwaarden-Middelburg:
»dat de concessionarissen verplicht zijn, om wanneer
«mocht blijken, dat elders door telefonische geleidingen
«brand of gevaar voor brand is ontstaan (uit te maken door
«drie deskundigen, waarvan één door de gemeente, één
«door de concessionarissen, één door den kantonrechter zal
«worden benoemd) alsdan ten hunnen kosten bliksemafleiders
«te stellen, daar waar burgemeester en wethouders het
«noodzakelijk zullen oordeelen".
De heer Heijlaerts geeft in overweging ter zake inlichtingen
te vragen te Middelburg.
Aldaar antwoordt de heer Guljé is de telefoon nog
niet geheel gereed.
De voorzitter vraagt, of de Raad besluiten kan aan de
concessie-voorwaarden het bovenstaande toe te voegen?
De heer Heijlaerts ontraadt reeds nu een besluit te nemen.
Spreker zou natuurkundigen wenschen geraadpleegd te zien,
die wel in eigen gemeente te vinden zijn.
De heer Smits ziet het nut daarvan niet inverklarende
spreker dat het hem niet duidelijk is, waarom nu juist in
deze gemeente ongelukken zouden moeten voorkomen en
elders niet
De heer Heijlaerts acht den Raad niet verantwoord,
wanneer niet getracht wordt de meest mogelijke veiligheid
te verkrijgen. Wat door spreker is voorgesteld is eene
geringe moeite. En wanneer deskundigen zeggen dat de
beoogde bepalingen geen nut hebbendan eerst is de Raad