292 5 December 1891. tralieve als linanlieele zijde van liet vraagstuk na te gaan en te beginnen met de wording van 't rasphuis, in zooverre de geschiedkundige aanteekeningen daartoe onder ons bereik liggen. Dank zij de hulpvaardigheid van den heer Secretaris en die der beambten ter secretar ie werden met de meeste zorg alle stukken uit bet oud-archief hier ter stede nagezien, die dan ook het meeste licht in deze hebben gegeven. Wij weten dan dat dit gebouw primitief tot vleeschlialle dienende, door derzei ver verplaatsing naai' de groote markt in het jaar 1613 tot eene zaaihal werd verordend, welk handwerk toen in Breda in grooten opgang was, maar na bet verval dier neringe bleef de zaaihal buiten eenig mer kelijk gebruik tot dat op voordracht van den toenrnaligen stadhouder1 in het jaar 1705 »eene commissie werd benoemd ter' con- «ferentie met leden van de Baronnie tot het oprichten van «eeu rasphuis alhier, in de raadszitting van 20 April (zie «notulen no. 35 inventaris). Uit de notulen van 10 December d. a. v, onder hetzelfde nummer van den inventaris, blijkt, dat »is gerapporteerd «vair den conferentie over bet rapshuis met de gedeputeerden «van Baronnie gebondendat, namentlich met het over nemen «van Say-halle 'taan copen van bet huisken van den pagter «loan van Theu.isveld't aanstellen ari een vader, een «meid, een knecht en Twe a dry Regenten wederzijdsch «m itsgaders liet aannem u leveren en debiteren van wolle «dooi' den eoopman Biekens om het bij gewinn \an dien «coopmanshandel voor de Boeven, en de eijndeliclt in alles «wel eens zouden wezen met die van stad indien verdrag «conde eoomen wegens den fonds. «Waarover by haar Ed.WelAchtb. wesende gedelibereerd «is goedgevonden te persisteeren, als van ouds, met daaririne «te contribueren Een dirde, ende de Baronie twee derde «parten in aanzien het groote genotlr en Rust hierdoor «voor die van 't platte Land. Ende gaff den Heer Stad- «Irouder daartoe over een plan by den stadsmessler Steven «fierss opgesteld, met by voeging off men in cas van accord

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 292