304 9 December 4891.
van het recht, maar van de billijkheid. De gemeente kan,
'tis waar, zich beroepen op haar recht, maar wanneer de
ruimte bebouwd werd, zouden de daaraan gelegen huizen
zeer in waarde gedeprecieerd worden, vooral het huis van
Devet, dewijl het licht aan dat huis zou benomen worden.
Spreker wil alzoo, dat gelet zal worden op de billijkheid
ten aanzien der belendende eigenaren. De heer Heijlaerts
sprak van luchtverversching, maar wanneer men ter plaatse
een gebouw zet, dan zeer zeker wordt niet verkregen wat
als wenschelijk is voorgesteld. Spreker is van meening dat
het meest geraden is de stukken aan burgemeester en wet
houders terug te zenden, met uitnoodiging bij het nader in
te dienen plan, tevens te letten op de belangen van de aan
grenzende eigenaren.
De voorzitter zegt dat de belangen van de ingezetenen,
wanneer ook, nimmer door burgemeester en wethouders
worden uit het oog verloren.
De heer Van Hal kan met de zienswijze van den heer
Van Dam meegaan. Recht kan de gemeente hebben; maar
vraagt spreker gaat dat gepaard met de billijkheid?
Altijd is die in aanmerking genomen. Wat nu bepaald zal
worden ten aanzien van het onderwerpelijke gedempte
gedeelte der Oude Vest, strekt enkel tot volmaking van
hetgeen reeds gedaan is; zijnde de meeste grond in pacht
of gebruik van de eigenaars der belendende perceelen.
Spreker had zich dan ook willen neerleggen bij het plan
beseffende de moeilijkheid om tot een beter plan te geraken.
Door het huis van Wagemakers is het gezicht veel ver
beterden wanneer men nu ter plaatse een gebouw zet,
zal het riante verloren zijn. Aan belendende eigenaars is
nooit de hoogste prijs gevraagd en een brandspuithuis kan
er niet komen. Zoodanig gebouw zou den weg ook niet
tot sieraad zijn. Squares vindt men overal en spreker
maakt zich niet bevreesd dat men er ongewenschte zaken
zal deponeeren. Waartoe zou de zaak verschoven worden
Spreker wenscht stemming.
De heer De Booy hoort niet meer spreken van het ont-