9 December 1891. 309 houden, maar meerit, dat de pogingen van het dagelijksch bestuur vruchteloos zullen zijn om een besluit voor te leggen, dat het tot benoeming rechtigt. Verder wordt ten deze het woord niet gevoerd. Art. 7, letter f. Bij de behandeling van dezen post wordt in eene sectie sterk aangedrongen op een meer verscherpt toezicht op bewaarplaatsen van petroleum. Antwoord. Het is juist in den laatsten tijddat het in bewaring stellen van petroleum in de gemeentelijke bewaarplaats is toegenomen. Er is voor bewaarloon ook hooger bedrag geraamd. Niemand voert het woord, zoodat dit punt wordt goed gekeurd. Artikelen 8 en 9. De wenschelijkheid is betoogd om in het vervolg de aan te stellen politieagenten te doen keuren dooi de stads- geneesheeren. Tevens werd besproken de hooge noodzakelijkheid om de bestaande politiereglementen te herzien en die in verband te brengen met het nieuwe wetboek van strafrecht, zoomede eene verordening in het leven te roepen op het berijden der tramwegen en dit zoo noodig te doen in overleg met de naburige gemeenten. Antwoord. Het keuren van aan te stellen politieagenten zal in over weging genomen worden. Het herzien der politiereglementen wordt niet uit het oog verloren. Reeds zijn enkele bouwstoffen daartoe verzameld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 309