9 December 1891. 313 verbetering behoeft, kuilen en gaten blijven veel te lang leggen. Wordt gevraagd waarom geen gevolg is gegeven tot het aanstellen van een vasten strater, die dan met het onderhoud voortdurend kan worden belast. Ook de grintwegen eischen beter dagelijksch toezicht. Sommigen zijn van oordeel, dat te veel grint op eens op de wegen wordt gestort. Antwoord. Er is een vaste strater, die één a twee dagen per week werkzaam is tot het omhoog brengen van kleine verzak kingen en den overigen tijd per meter, tot het ver straten van geheele vakkenwelke voor opmeting vatbaar zijn. Het moet erkend worden dat in het nieuwe deel der stad trottoirs zijn die herstelling behoeven, doch deze zijn ten gevolge van het zakken van den ondergrond van dien aard, dat geheele herstrating met inbegrip van de banden noodig is. Op de begrooting (zie memorie van toelichting) is daai voor ƒ250.-|- ƒ80.uitgetrokken. Bij het gedurig opbreken van bestratingen voor gas- en rioolleidingen ontstaan noodwendig oneffenheden, waarin echter geleidelijk wordt voorzien. Op de grintwegen is geregeld één man werkzaam tot het schoonhouden en effenen daarvan, terwijl in den winter, wanneer de weersgesteldheid daartoe gunstig is, tot het grint storten en onder profiel brengen der grintbanenhet aantal arbeiders naar behoefte wordt vermeerderd. Over het algemeen staan onze straten en wegen verre vanachter bij die in andere gemeenten, hoewel ten aanzien van het gehalte der oude keien nog veel te verbeteren valt, doch dit zal, wegens de groote kosten daaraan verbonden, geleidelijk moeten plaats hebben. Sommigen uwer zijn van oordeeldat te veel grint op eens op de nieuw aangelegde wegen wordt gestort. Dat is toch niet zoo. Een vereischte van grintbanen is dat de laag niet wordt doorgeredenwaardoor de puinlaag of de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 313