314
9 December 1891.
ondergrond bovenkomt en de waarde der grintbaan in de
toekomst merkelijk vermindert.
Bovendien bij grintbauen, ingesloten tusschen trottoirs,
moet de bovenkant der grintlaag met den bovenkant der
gootkeien overeenkomen ten behoeve van de afwatering.
De heer Rombouts zegt bet laatste gedeelte niet onbesproken
te mogen laten. Wel moet een zeker gedeelte grintlaag
opgelegd wordenmaar de straat moet kunnen bereden
worden. Zoo als dit hier geschiedt, verklaart spreker 't nooit
gezien te hebben. Men verzware de laag langzaam aan.
Lipt er te veel grint, dan wordt de straat vermeden.
De heer Van Mierlo is het eens met den heer Rombouts.
Spreker heeft ook nog niet veel van het nagaan der grint
wegen kunnen bespeuren. Het is niet genoeg voor den
arbeider, dat hij over den weg heengaat; hij moet met zijne
schop effenen, overal waar dit noodig is.
De voorzitter zegtdat hij den wensch der leden aan
den architect zal mededeelen.
Niemand voert verder ten deze het woord.
Artikel 1letter D.
In ééne sectie wordt er sterk op aangedrongen den
urinoir bij den ingang van het Valkenberg zoover achteruit
te plaatsendat die zooveel mogelijk aan het gezicht worde
onttrokken.
In eene andere sectie wordt de wenschelijkheid betoogd
meerdere urinoirs te plaatsen en wel voornamelijk bij de
ingangen der stad, te weten bij de Willemsbrug, Brug
Ginnekenstraat en Nieuwe Haagdijk, en daartoe uit te
trekken een bedrag van f 400en dus bij dat artikel eene
nieuwe letter J. te voegen: Aanleg van nieuwe urinoirs
400.