318 9 December 1891. De heer Rombouts zegt, dat dewijl er nog geen water leiding is, hij 'tniet raadzaam acht daarop te anticipeeren. Spreker is wel voor het voorstel, maar den urinoir reeds in te richten naar iets wat men niet bezit: daarmeé kan spreker zich niet vereenigen. De heer Van Aken meent dat het wenschelijk is de urinoirs reeds nu in te richten naar den toestand die komen zal. Maar merkt de heer Van Mierlo op ze kunnen nu, zóó ingericht, niet gebruikt worden, De heer De Booy acht het noodig dat de entrée van Breda ter zake verbeterd wordt en kan niet gissen welk bezwaar kan bestaan de som van 550 te voteeren? Daarop brengt de voorzitter het voorstel van den heer Sassen in stemming, waarvan de uitslag is, dat het wordt aangenomen met 14 tegen 4 stemmen. Vóór: waren de heeren Van Aken, Van HalBacker Teychiné, Van Dongen, De Booy, Van Dam, Van Mierlo, Sassen Smits Guljé Vreede Heijlaerts en Nelissen. Tegende heeren RomboutsPels RijckenDe Bont en de voorzitter. Artikel 6letter F. Eene verordening op het gebruik van het pneumatische ledigingstoestel is zeer noodig. Zoomede wordt de opmerking gemaakt, waarom bij de begrooting geen posten zijn uit getrokken voor de daarstelling van de reeds bij raadsbesluit goedgekeurde op te richten bad- en zweminrichting en paviljoen in het Valkenberg. Antwoord,. Eene verordening op het gebruik van het pneumatische ledigingstoestel wordt in de eerstvolgende vergadering aan geboden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 318