324 9 December 1891. het minste kwaad vermoeden, toch wil spreker niet terug houden de bekentenis, dat wel personen bij hem geweest zijudie klaagden dat zij waren voorbijgegaan. De besteding bij wijze van proef keurt spreker volkomen goed. De voorzitter zegt dat de levering geschiedt naar een rooster, die getrouw gevolgd wordt. De heer De Booy zegt zijn voorstel te hebben geformuleerd als volgt: «De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit, om »bij wijze van proef, de voor de verschillende takken van «onderwijs benoodigde boeken en leermiddelen voor het «dienstjaar 1892 in het publiek aan te besteden." De heer Rombouts geeft den heer De Booy in overweging zijn voorstel te wijzigen in dien zin, dat waar hij spreekt van takken van onderwijs daarbij aan te duiden enkel lager onderwijs. De heer De Booy wijzigt dienovereenkomstig zijn voorstel en leest het, aldus gewijzigd, opnieuw voor. Daarop brengt de voorzitter dat voorstel in stem ming, waarvan de uitslag is, dat het wordt aange nomen met algemeene stemmen. De heer Pels Rijcken was bij deze stemming niet meer tegenwoordig. Art 1letter A. In twee sectiën is breedvoerig behandeld het overgelegd rekwest van den Rentmeester van het armbestuur tot ver hooging van zijne jaarwedde, zoomede de overgelegde begrooting van het armbestuur over 1892.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 324