9 December 1891. 325 Iu eene sectie was men voor eene verhoogiug van 100 van het tractement van den rentmeesterandere waren van oordeel dat alvorens dezen post te kunnen goedkeuren, eerst de goedkeuring der begrooting van het armbestuur moest voorafgaan, om, werd die begrooting goedgekeurd, ook den post subsidie goed te kunnen keuren. In het tegenovergestelde geval, zou de post subsidie misschien wijziging moeten ondergaan. Antwoord. Met het voorstel om de jaarwedde van den Rentmeester bij het armbestuur met f 100 te verhoogen, kunnen burge meester en wethouders zich vereenigen. Zij zouden echter deze zaak willen scheiden van die der begrooting van het armbestuur, en, wanneer deze gewijzigd wordt, ze willen terugzenden aan het armbestuur ter ver betering. De subsidie te verminderen komt niet geraden voor, met het oog op de wisseling in den noodzakelijk te verleenen onderstand. De heer Rombouts verklaart niet te zijn voor het voor stel tot verhooging der jaarwedde van den Rentmeester, dewijl de werkzaamheden verminderd zijn. Bovendien is de toestand der administi'atie van dien aard dat elke verhooging van wedde de gelden ten behoeve van de armen doet verminderen. In 1870 zegt spreker was het eindcijfer der begrooting f 28000 en nu niet meer dan 1J 000. Alzoo is de verhooging niet gegrond op meer werk. Beter zou spreker het achten, dat de geheele wedde kon losgemaakt worden van de begrooting, dan bleef er meer te besteden aan de armen. De heer Van Hal kan als lid van het armbestuur en als tolk zijner collega's zijn leedgevoel niet verbergen dat er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 325