332 12 December 1891. Artikel 3, letter c. Wordt voorgesteld deze som met f 300 te verminderen, als zijnde dat bedrag te hoog. Daarentegen wordt voor gesteld deD post onder art. 3, letter dmet f 500 te ver- hoogen en alzoo te brengen op 2000en dit met het oog op de veranderde bestemming van het Valkenberg, en onder de bepaling dat de muziek der schutterij zal geven vijftien publieke uitvoeringen op vast te stellen dagen, te bepalen door het dagelijksch bestuur in overleg met den majoor commandant. Voorts betoogen enkele leden de wenschelijkheid, dat de gemeente aanstelle vaste arbeiders, ten einde die werklieden na jaren dienst bij de gemeente in het voorrecht van pensioen te doen deelen. Antwoord. Het verminderen van dezen post moet ontraden worden. In '1890 was de uitgaaf 836.67, welke som gespecificeerd is in bijgevoegden staat. Werd de post met zoo groote som van 300 verminderd, dan zou dit eene stoornis geven in de werking der schutterij. Men verlieze ook niet uit het oog dat de geweren eigen dom zijn van het Rijk en jaarlijks eene speciale inspectie daarover plaats heeft, welke, dank zij de goede zorg aan het onderhoud der geweren besteedsteeds voor de gemeente lofwaardige uitkomsten heeft gehad. Het verhoogen van den post letter D zou kunnen in overweging genomen worden, als de nieuwe regeling in het Valkenberg zal zijn tot stand gekomen. Het aanstellen van vaste arbeiders, die na jaren dienst in het voorrecht van pensioen kunnen deelen, is een punt, dat, naar ons voorkomt, moeielijk beslist kan worden bij het vaststellen der tegenwoordige begrooting. Zooals bekend issluit het Bredasche pensioenfonds de werkliedenwier loon bij den dag of de week wordt betaald, buiten. In

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 332