350
30 December 189J
7*. De voorzitter stelt, namens burgemeester en wet
houders, aan de orde het weder benoemen van vaste
commissien, die gedurende het jaar 1892 zullen werkzaam zijn.
De heer Klep geeft in overweging de commissie voor de
gasfabriek met één lid te vermeerderen, wat zijns inziens
gewenscht is bij eventueele verplichte afwezigheid van een
of meer leden.
De voorzitter moet daartegen opmerkendat het getal
commissieleden gegrond is op de verordening.
Dit wordt niet onjuist geacht, maar toch meent de heer
Nelissen indachtig te moeten maken dat als de heer Guljé
den burgemeester vervangt, er reeds daardoor één lid minder is.
Daarop wordt overgegaan tot stemming en bloc:
1». voor leden der commissie voor de Gasfabriek.
Worden als zoodanig herbenoemd de heeren:
Ed. H. A. Guljé,
F. P. J. Klep,
Jhr. F. Backer en
A. C. J. Smits
Zullende deze commissie door den burgemeester of een
lid van het dageljjksch bestuur worden voorgezeten.
De betrokken leden waren buiten stemming gebleven.
2°. voor de leden der Bouwcommissie,
Worden als zoodanig herbenoemd de heeren:
Mr. J. ff. van Mierlo
Jhr. F. Backer en
Ed. H. A. Guljé.
De betrokken leden waren buiten stemming gebleven.
De heer Van Mierlo geeft in overweging, nu de heer
wethouder Guljé deel uitmaakt van de commissie, dezen
tot voorzitter te benoemen.
De heer Guljé daarentegen verzoekt die functie aan het
oudste lid der commissie niet te ontnemen.
Daarop "wordt tot stemming, ter benoeming van den
voorzitter der bouwcommissie, overgegaan, waarvan de