30 December 1891, 357 «geheele verordening en ook voor de daarin gebrachte «wijzigingen; nu die wijzigingen zijn aangenomen, maken «ze een integreerend deel van de verordening uit en zijn «alle artikelen van de verordening daarop toepasselijk. »De commissie adviseert mitsdien geen der voorgestelde «wijzigingen van het raadslid De Booy aan te nemen. »Wat het mondeling voorstel van het raadslid Rombouts «betreft, strekkende om het woord onafgebroken uit de «tweede zinsnede van artikel 4 der verordening te lichten «zoodat het recht op pensioen ook bij vijf en zestigjarigen «leeftijd zal zijn verkregen wanneer men minstens twintig «jaren in dienst der gemeente is geweest, onverschillig of «tusschen die jaren een tijdvak is geweest, dat men niet in «dienst was, komt der commissie aannemelijker voor. «Nu bij het gewijzigde artikel 7 bepaald is, dat voor «hem, die, na op eigen verzoek ontslagen te zijn, later «wordt herplaatst, de diensten vóór het ontslag en die na «de herplaatsing bewezen gelijkelijk geldig zijn, is er met «het systeem van twintigjarigen, onafgebroken dienst gebro- «ken en komt het der commissie voor, dat minstens twintig «jaren dienst, al zijn die diensten tusschentijds onderbroken, «op vijf en zestigjarigen leeftijd recht moeten geven op «pensioen en adviseert zij mitsdien tot aanneming van «het voorstel Rombouts om het woord onafgebroken in de «tweede zinsnede van artikel 4 te schrappen of uit te lichten. «Aldus geadviseerd in de Raadszitting van den dertigsten «December 1800 een en negentig. «De commissie voornoemd «DE MAN. »J. J. NELISSEN. »J. H. VAN MIERLOsecretaris". De voorzitter dankt de commissie en inzonderheid den rapporteur voor het door haar uitgebracht verslag, en stelt voor, dit ter visie te leggen voor de leden en inmiddels de beslissing aan te houden, waartpp besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 357