11 April 1891.
37
Aan begrooting 1891 aan te voegen:
Hoofdstuk IV, art. 4a, bijdragen voor pensioenen leeraren
Gymnasium, ƒ2165.64 (ontvangsten) en gelijk bedrag Hoofd
stuk VI, afd. 1, art. 17e (uitgaven);
Hoofdstuk IV, art. 4c, bijdragen pensioenen voor weduwen
en weezen leeraren burgeravondschool, ƒ50.52 (ontvangsten)
en gelijk bedrag Hoofdstuk VI, afd. 1, art. 16</ (uitgaven);
Hoofdstuk IV, art. 4b, bijdragen pensioenen voor weduwen
en weezen leeraren aan het Gymnasium362.50 (ont
vangsten) en gelijk bedrag Hoofdstuk VI, afd. 1, art. 17/
(uitgaven).
Aan alle deze ontwerp-besluiten wordt achtereen
volgens zonder bedenkinggoedkeuring verleend.
5°. Adressen van
1. Petrus Oomen, muziekonderwijzer en organist te
Breda
2. J. G. Aelen, horlogemaker te Breda, en
3. K. M. Herzberg, muziekonderwijzer te Breda,
allen verzoekende in aanmerking te komen ter vervulling
van de opengevallen betrekking van stads-klokkenist.
De voorzitter geeft in overweging deze adressen te stellen
in handen van burgemeester en wethouders, om desnoods
eene oproeping van sollicitanten te doen.
De heer De Booy vraagt, of het niet wenschelijk zou zijn
de candidaten proeven van bekwaamheid te laten afleggen?
Spreker gelooft niet dat één reeds gefungeerd heeft.
De heer Van Aken zegt te kunnen mededeelen, dat hij
reeds een jaar geleden Aelen in den Bosch ontmoette, die
aldaar les nam, en dat deze ook de uurwerken zou kunnen
bedienen. En wat Oomen betreft: van dezen is het hem
bekend, dat hij zich oelent bij den klokkenist te Middelburg-
De heer Van Hal meent in overweging te moeten geven
de betrekking te splitsen. Het doen afleggen eener proef
staat spreker niet voor. Zelfs zou dit, met het oog op den
bijzonderen aard van elk toestel, dat spreker nader verklaart,