10 Januari 1891. 3 wethouders op den 29sten December 1890 gedane opname bij den gemeente-ontvanger van de gesteldheid der gemeente kas en van den staat der daarmede verband houdende bescheiden, boeken en registers, waaruit blijkt, dat een saldo in kas was van 52936.64s. De voorzitter stelt voorbedoeld procesverbaal aan te nemen voor kennisgevingwaartoe besloten wordt. 2°. Missive van Zijne Excellentie den Minister van Finan ciën van den '13den December 1890, n°. 8, daarbij, naar aanleiding der dezerzijds overgelegde situatieteekening, aan biedende eene nieuwe kaart, omtrent de wijziging van het plan van wegen op geslechte vestinggronden te Breda, ten be hoeve eener te leggen trambaan met brug, op welke kaart de richting, die de Minister aan den nieuwen weg wenscht gegeven te zien en de nieuwe bouwblokken zijn aangeduid. De voorzitter geeft in overweging deze stukken ter visie te leggen voor -de leden, waartoe besloten wordt. 3°. Missive van de Gedeputeerde Staten van Noordbrabant van den 18den December 1890, G, n°. 11/6, 2de afdeeling, lste bureau, daarbij toezendende een afschrift van een brief van den heer Minister vanBinnenlandsche Zaken van den llden dezer, n°. 1687, afdeeling O, betieffende de regeling dei- grondslagen voor pensioen van leeraars aan burgerscholen of gymnasia, die tweeërlei betrekking bekleeden; met ver zoek de door den Minister gegeven wenken te willen op volgen. De voorzitter doet opmerkendat het hier alleen geldt de leerarenwerkzaam aan de burgeravondschool en tevens aan het Gymnasium. Daarop wordt voorgelezen het volgende ontwerp-besluit: >/De Raad der gemeente Breda; »Gelet op artikel 38, tweede zinsnede, der wet van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 3