4 10 Januari 1891. »9 Mei 1890 (Staatsblad n°. 78), tot regeling van de «pensioenen der burgerlijke ambtenaren; «Gezien de missive van heeren Gedeputeerde Staten van «Noordbrabant van den 18den December 1890, G, n°. 11/6, «2de afdeeling, 1ste bureau, met bijgevoegd afschrift van «een brief van den heer Minister van Binnenlandsche Zaken «van den llden December 1890, n°. 1687; «Mede gelet op het besluit van dezen Raad van den 2den «Augustus 1884, waarbij de grondslag waarnaar wordt be- «rekend het pensioen van de leeraren, verbonden aan de «gemeentelijke burgeravondschool te Breda, wordt vastge- «steld op een zesde deel hunner vaste jaarwedden als leeraren «aan de Hoogere Burgerschool alhier; «Heeft besloten «de grondslagen voor de berekening van de bijdrage voor «pensioen van die leeraren aan de burgeravondschool te «Breda, welke tevens zijn leeraren aan het Gymnasium «aldaar, worden berekend als volgt: ta. van Friedrich Wilhelm Karl Hedick, als directeur- «leeraar aan de burgeravondschool één zesde van f 2800 466.67. «Jaarwedde als leeraar aan het Gymnasium f 400; tb. van Johan Daniël Reinier Scheffer, als leeraar aan «de burgeravondschool één zesde van 2200 f 366.67. «Jaarwedde als leeraar aan het Gymnasium 400. «Aldus vastgesteld enz." De voorzitter vraagt, of de Raad zich met dit ontwerp besluit vereenigen kan Niemand der leden bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 4°. Bezwaarschriften van ingezetenen tegen hunnen aan slag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente over 1890. De voorzitter geeft in overweging deze bezwaar schriften, ouder gewoonte, te behandelen in besloten vergaderingwaartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 4