50
11 April 1891.
20". Missive van burgemeester en wethouders van Breda,
van den 4den April 1891, n°. 236, daarbij den Raad
aanbiedende het uitvoerig en beredeneerd verslag van den
toestand dezer gemeente over 1890ingericht in den vorm
zooals die is voorgeschreven.
De voorzitter geeft in overweging dit verslag met
de ingekomen verslagen van verschillende openbare
inrichtingenevenals in vorige jarente laten drukken
ter uitreiking van een exemplaar aan ieder der leden
waartoe besloten wordt.
21°. Namens burgemeester en wethouders wordt door
den voorzitter den Raad aangeboden het primitief kohier
van den hoofdelijken omsiag dezer gemeente, dienst 1891,
ten bedrage van 59999.80.
De voorzitter stelt voor dit kohier te behandelen
in besloten vergadering, waartoe besloten wordt.
22°. Namens burgemeester en wethouders wordt dooi
den voorzitter den Raad aangeboden, de bij hen ingekomen
rekening van de stedelijke gasfabriek over 1890, met verslag.
De voorzitter verzoekt den Raad eene commissie tot
onderzoek te benoemen.
Wordt overgegaan tot stemming voor het \ste lid.
Bij deze en volgende stemmingen ter benoeming der be
doelde commissie, blijven de leden van de commissie voor
de gasfabriek buiten stemming.
Er worden uitgebracht 12 stemmen, te weten: op de
heeren Van Mierlo en Nelissen ieder 4, den heer Rombouts 2
en de heeren Heijlaerts en De Booy ieder ééne stem.
Bij nieuwe vrije stemming verkrijgen de heeren Van
Mierlo 9, Rombouts 2 en Nelissen 1 stemmen, weshalve
tot 1ste lid gekozen is de heer Van Mierlo.
Wordt overgegaan lot stemming voor het 2de lid.
Er worden uitgebracht 12 stemmen, te weten: 6 op den