62 16 Mei 1891. De heer Nelissen wenscht enkel een woord in het midden te brengen ter weerlegging van het motief van aankoop, te weten, de verbreeding van de Tolbrug. Voor die ver breeding zegt spreker zijn niet noodig de huizen van Petit, maar de huizen aan den kant van de haven gelegen. De heer Van Mierlo is van oordeel dat omtrent het prin cipe al eens gestemd is. En wat de voorwaarden betreft deze stelt spreker voormet de stukken ter visie te leggen. De heer Van Hal zegt dat die voorwaarden reeds be handeld zijn in de besloten vergadering van 11 April, waarin de heer Pels Rijcken niet tegenwoordig was. Toen is de koop bevestigd op de gestelde voorwaarden, waarin zelfs nog, op voorstel van een der leden, eene wijziging heeft plaats gehad. Alsnumeent sprekerblijft enkel meer over, te stemmen over den aankoop. De voorzitter geeft in overweging, dewijl de heer Pels Rijcken bij de behandeling der voorwaarden niet is tegen woordig geweest, de stukken ter visie te leggen en de zaak aan te houden. De heer Rombouts beveelt aan, alsnu het principe bij stemming uit te maken en vervolgens de voorwaarden te bepalen. Dat zijn zegt spreker twee afzonderlijke zaken. Liever zag spreker alzoo, dat de voorzitter zijn voorstel introk. De heer Pels Rijcken beroept zich nader op zijne onbe kendheid met de stukken. De heer Van Dam ziet ten deze geen verband tusschen principe en voorwaarden, welke beide zaken los van elkan der zijn. Nu kan in elk geval het principe worden uitge maakt, en zou zich de meerderheid daarbij verplaatsen, dan vervalt van zelf de regeling der voorwaarden. De heer Pels Rijcken gelooft niet dat de heer Van Dam juridiek is. Er zijn zoovele essensalia in de voorwaardenen deze kunnen zóó zijn dat zij beletten den koop tot stand te brengen. Naar sprekers meening zijn voorwaarden en koop aan elkander verbonden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 62