16 Mei 1891.
63
Vervolgens brengt de voorzitter in stemming het voorstel
tot aankoop van de vaste goederen van C. P. Petit, gelegen
aan den hoek van de Tolbrugstraat en den Nieuwenweg,
met daarachter gelegen panden, voor de som van twaalf
duizend gulden, waarvan de uitslag is dat de stemmen
staken.
Vóór waren de heeren Van Hal, Teychiné, Van Mierlo,
Guljé, Van Aken, Backer, Vreede en de Voorzitter.
Tegen de heeren Nelissen, Rombouts, Smits, De Booy,
Van Dongen, Pels Rijcken, Van Dam en Klep.
Tengevolge hiervan wordt, krachtens het 2de lid
van art. 50 der gemeentewet, het nemen van het
besluit tot eene volgende vergadering uitgesteld.
9°. Benoeming van stembureaux met plaatsvervangende leden
bij de aanstaande verkiezingen voor lid van de Tweede Kamer
der Staten Generaal en voor leden van den gemeenteraad.
De heer De Booy herinnert aan een door den heer
Rombouts in de vergadering van den 19den Juli 1890 gedaan
voorstel om een rooster ten deze op te maken, waaromtrent
toezegging geschied is. Zelfs heeft de heer Rombouts toen
zijne benoeming enkel aangenomen onder die uitdrukkelijke
voorwaarde.
De voorzitter gelooft niet dat zulk een rooster wettige
kracht bezit.
De heer Rombouts deelt wel in dit opzicht het gevoelen
van den voorzitter, maar meent toch in een rooster het
middel te zien om door onderlinge bepaling het werk
gelijkmatig te verdeelen.
De heer Smits oppert hiertegen de bedenking, dat het
moeielijk is een rooster te volgen, dewijl de aftredende
raadsleden geen zitting kunnen nemen in het stembureau-
Vervolgens wordt overgegaan tot stemming voor leden en
plaatsvervangende leden bij de verkiezing van een lid van de
Tweede Kamer.