70
16 Mei 1891.
Na het uitbrengen van dit verslag, dat voor kennisgeving
wordt aangenomen, vraagt de voorzitter, of ook andere
heeren verslagen hebben uit te brengen?
Niemand verlangt het woord.
C. Aangehouden zaken
Aan dit punt gekomen, stelt de heer Van Dam voor,
geen verdere zaken te behandelen. De agenda was zoo groot
en zoo weinig vergaderingen worden gehouden. Spreker
geeft in overweging alsnu de vergadering te sluiten en over
acht dagen de nog op de agenda voorkomende punten te
behandelen.
De heer Klep wenscht de vergadering enkel te schorsen
en bij heropening eerst de aangehouden zaken aan de orde
te stellen.
De heer De Booy neemt uit het voorstel van den heer
Van Dam aanleiding erop te wijzen, dat de Raad beheerscht
wordt door een reglement van orde, bepalende in art. 10,
dat de oude vóór de nieuwe zaken moeten behandeld worden.
Niet zegt spreker gebelgd te zijn, dat zijn eigen voorstel
achter een voorstel staat van jonger datum, maar spreker
wil wijzen op den aandrang nog kortelings door den heer
Van Mierlo gebezigd, dat de zaak nopens het Valkenberg
aan de orde zal gesteld worden. Nog altijd wordt dat punt
op de agenda gemist. In verschillende reeds lang geleden
gehouden vergaderingen, die spreker opnoemt, werd op de
behandeling van dit onderwerp aangedrongendoch tot
heden zonder gevolg; ten slotte verzoekende, dat ook de
plannen betrekkelijk het Valkenberg ten spoedigste den
Raad zullen worden voorgelegd.
De voorzitter zegt te zullen trachten aan het verlangen
gevolg te geven en sluit vervolgens de vergadering.
De secretaris,
A. R. VERMEULEN.
De voorzitter,
DE MAN.