23 Mei 1891. Tegenwoordig de heerenVan Dam, Van Aken Vreede, Teychiné, Backer, Van Hal, Van Dongen, De Booy, PelsRijcken, Rombouts, Neltssen, Klep, VanMierlo, Güljé, Heijlaerts en De Man, voorzitter. Afwezig de heer Smits met schriftelijke kennisgeving. De voorzitter verzoekt den secretaris te lezen de notuien van het verhandelde in de vergadering van den 16den Mei 1891. Alvorens tot die lezing wordt overgegaan, geeft de heer De Booy zijne meening te kennendat de vorige ver gadering niet gesloten, maar enkel geschorst geworden is. De voorzitter antwoordt daaropdat de vorige vergadering door hem gesloten verklaard is en het thans eene nieuwe vergadering is. De secretaris leest alsnu de notulenwaarna de voor zitter vraagt, of ook aanmerkingen daarop zijn? Niemand het woord verlangende, worden de voorgelezen notulen goedgekeurd en vastgesteld. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde: 1°. Herstemming over het voorstel tot aankoop der vaste goederen van C. P. Petit, waarover in de vorige vergadering de stemmen gestaakt hebben. Tot die herstemming overgegaan zijnde, wordt met 9 tegen 7 stemmen het voorstel aangenomen. 5

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 71