23 Mei '1891. 73
woordig, anders zou hij wellicht zijn tegenwoordig voorstel
niet gedaan hebben. Nu is het gemakkelijk te zeggen zulk
eene som wordt voorgesteld, maar men moet toch weten
waarop zij steunt en of het doel bereikbaar is. Op dien
grond acht spreker het voorstel niet rijp voor behandeling.
In zoover zegt de heer Van Mierlo heeft de heer
De Booy gelijk, dat de som van ƒ12000 niet genoeg ge-
justificeerd is. Of de monding van den Academiesingel de
gewenschte plaats is: of niet eer de bovenrivier boven de
benedenrivier de voorkeur zou verdienen; of de som van
12000 zal noodig zijn dit alles is nog onzeker. Daarom
wenscht spreker een uitgewerkt plan met kosten en plaats
aanwijzing, zonder welk de zaak niet vatbaar is voor
beslissing.
De heer Klep zegt reeds lang het voornemen gekoesterd
te hebben een voorstel ten deze in te dienen. In het
buitenland is niet alleen de toestand door hem nagegaan
maar hij heeft ook daar zich op de hoogte gesteld van
de kosten. Daartoe heeft hij gesproken met personen,
die eene som van 20,000 Mark voor aanleg alleszins vol
doende achtten. Plannen zijn niet door hem ingediend om
den Raad niet te binden. Met alles kan hij meegaan wat
de Raad ter zake dienstig acht en voor Breda nuttig zal
zijn. Het leveren van plannen ligt z. i. ook niet op den
weg vaneen raadslid, want daardoor zou aan burgemeester
en wethouders het werk uit de handen genomen worden
en zou de architect niet noodig zijn. Wat aangaat de
militaire zweminrichting'tis waar men laat daar burgers
toe, maar komen er te veel, dan zou wel eens een einde
daaraan gemaakt kunnen worden. De plaats van vestiging
de monding van den Academiesingel werd door de meesten
die hij raadpleegde goedgekeurd. Spreker herhaalt dat hij
ook met andere zienswijze kan meegaan en zijn eenig doel
is eene gemeentelijke zwem- en badinrichting tot stand te
brengen. Diensvolgens geeft spreker in overweging alleen
het principe tot een bedrag van 12000 uit te maken en
dan de zaak aan burgemeester en wethouders te verzenden,