23 Mei 1891.
75
advies in te winnen van den gemeente-architect. Al ware
het alleen voor onvermogenden eene inrichting als in be
spreking iszal dienen tot stand te komen.
De heer Pels Rijcken zegt niet te weten, welk voorstel
in stemming zal gebracht worden. Spreker meentdat de
heer Klep wenscht nu enkel het beginsel uit te maken tot
de kosten van f 12000. Zou dat in stemming komen,
dan keurt spreker dit gaarne goed. "Want, zooals de heer
Nelissen gezegd heeft, het is een onafwijsbare eisch, dat
ook de arme bevolking zich kunne baden. Maar nu reeds
over de inrichting zelve te beslissen, daartoe is de zaak
niet rijp. Dan had de voorsteller een plan moeten over
leggen met aanwijzing der kostende wijze waarop van de
inrichting zal kunnen gebruik gemaakt worden enz. Dat
alles is echter zwevend gebleven. Nu heeft de heer Rom-
bouts den Raad willen afschrikken door het ophangen vaneen
zwart tafereelmaar daarmede kan de Raad het niet eens
zijn. Want wanneer men f 12000 besteedt voor aankoop
van huizen ter verfraaiing der gemeente, dan kan de Raad
niet afgeschrikt worden eene uitgaaf te doen in het belang
van de gezondheid van den minderen man. Spreker geeft
ten slotte in overweging in stemming te brengen het voor-
stel-Klep, te weten, dat er in deze gemeente zal komen
eene zwem- en badinrichting tot de kosten van f 12000,
behoudensbij aanneming van dat voorsteldat burge
meester en wethouders het advies zullen inwinnen van den
gemeente-architect en later voorstellen ten deze aan den
Raad zullen voorleggen.
Beter ware het zegt de heer Van Dam, het finantieele
vraagpunt los te maken van dat der oprichting. Of men
f 4C00 noemt, zooals in 1887, of 12000, zooals nu,
het eene is zoo ongemotiveerd als het andere. Het voor
stel van den heer Klep is niet aannemelijk, als zijnde geen
détails bekend. Doch om het beginsel saam te koppelen
met de geldsom dit acht spreker niet gewenscht; be
amende de meening van den heer Rombouts, dat voor
zichtigheid op het punt van verzwaring der lasten noodig is.