80 23 Mei 1891. De voorzitter wenscht alsnu eerst het voorstel-De Booy in stemming te brengen, waarop de heer Guljé eenige in lichting verstrekt. Na verder eene korte woordenwisseling daarover tusschen den voorzitter en den heer De Booy, verklaart de heer De Booy bepaaldelijk zijn voorstel in te trekken. De voorzitter zegt alsnu in stemming te zullen brengen het voorstel van den heer Smits, strekkende om artikel 3 van het besluit tot heffing van belasting op tooneelver- tooningen en andere openbare vermakelijkheden in deze gemeentegeheel te doen vervallen. De heer Guljé leest dat artikel nog eens voor, luidende: »voor openbare vermakelijkheden gedurende de jaarmarkt »en kermis is het dubbel van het in het vorig artikel ge- »noemd bedrag verschuldigd." Daarop wordt tot stemming overgegaan waarvan de uitslag is, dat het voorstel van den heer Smits met algemeene stemmen wordt aangenomen, uitge zonderd die van den voorzitter. 4°. Primitief en eerste aanvullingskohier van den hoofde lijk en omslag dezer gemeente, dienst 1891. De voorzitter vraagt, of ook aanmerkingen zijn op die kohierenwelke ter visie hebben gelegen Alsdan zal de openbare vergadering overgaan in eene met gesloten deuren. De heer Van Hal vestigt de aandacht van den voorzitter op nog een op de agenda vermeld punt, en geeft in over weging dit eerst nog te behandelen. De voorzitter hecht hieraan zijne goedkeuring. De heer Van Mierlo brengt, alvorens wordt overgegaan tot de behandeling van punt 5 van de agenda, namens de commissie belast geworden met het nazien der rekening en verantwoording van de gasfabriek over 1890, verslag daar omtrent uit. De rekening is alleszins in orde bevonden en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 80