82 23 Mei 1891. De heer Van Mierlo licht dit onderwerp toe. Spreker zegt, dat aanvankelijk de aankoop tot doel had de rooilijn te regalariseeren. Later is het plan geopperd om aldaar de gemeentewerf over te brengen, in verband met het te weinige terrein, dat de gasfabriek heeft. Nu blijkt het uit het rapport der gascommissiedat deze het met het plan eens is. Spreker, na aangetoond te hebben de noodzake lijkheid dat de gasfabriek over meer terrein kan beschikken wijst er op, dat reeds terrein van de gemeentewerf ten be hoeve der gasfabriek is ingenomen, wat niet ordelijk is; ten slotte zich verklarende vóór het voorstel. De heer Van Hal juicht het plan toe. Bij beschouwing van het terrein vestigt zich de overtuiging, dat de gemeente werf moet verwijderd wordenwaardoor de gasfabriek een zelfstandig en afgerond geheel zal vormen. Spreker heeft het betreurddat de stadswerkwinkel indertijd uit de stad verplaatst is, die toen moest ruimen voor het bouwen eener school. Nu is er eene goede gelegenheid hem in de stad terug te brengen, waarbij komt, dat het gewenscht is, dat de gemeente-architectmet het oog op brand of andere voorvallen, woont op een centraal punt in de gemeente. In het plan ziet spreker eene verandering ten goede. De heer Van Dam meent, dat, als hij zich niet vergist, de panden in de Karnemelkstraat zijn aangekocht om aldaar de straat te verfraaien. Nu dezen morgen zegt spreker is gevoteerd f 12000 ter verfraaiing van den Nieuwenweg, eene doode straat. Verder is een voorstel gedaan om de houtwerf te verplaatsen naar de Karnemelkstraat, maaralle argumenten die gestrekt hebben om het plan van ver fraaiing ingang te doen vinden, komen doordat voorstel te vervallen, zonder te willen reageeren tegen den aankoop. Alvorens te beslissen, wenscht spreker eerst den Raad te zien voorgelegd een plan, hoe en op welke wijze de in richting zal geschiedenin verband met de eischen der aesthetiek. Wel wil spreker vóór het voorstel stemmen, maar, zooals hij gezegd heeft, eerst moet door burge meester en wethouders een plan worden ingediend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 82