88 23 Mei 1891. B. Een voorstel van den heer Rom bouts, van den vol genden inhoud «Aan den Raad der gemeente Breda." »De ondergeteekende heeft de eer aan het oordeel van «den Raad te onderwerpen het volgende voorstel met toe- slichtende aanteekeningen. «Den 28sten April 1888 kwam bij den Raad een adres «in van het Bestuur der Groote Sociëteit te Breda, ver- «zoekende in huur te mogen behouden het afgerasterd ge- «deelte van het park «Het Valkenberg". Dit adres werd »in handen gesteld eener commissie, daartoe uit uw midden «benoemd, die in haar in de vergadering van 22 Juni 1889 «ingediend rapport tot de conclusie komt, dat het meest «wenschelijk zijn zoude, dat de gemeente zelve een paviljoen «stichtte, waartoe zij haar rapport deed vergezeld gaan van «eene teekening van den heer Rosseels, aanwijzende de «plaats waar dat paviljoen eventueel zoude moeten worden «opgericht, benevens eener teekening en begrooting van «een paviljoen mèt of zonder watertoren. «Naar wordt vertrouwd, zal deze zaak eerlang tot be- «slissing worden gebracht. «Ondergeteekende kan zich echter met de overgelegde «plannen niet vereenigen, om de volgende redenen: «1°. ligt het z. i. niet op den weg der gemeente lokalen «op te richten voor publieke vermakelijkheden, daar dit «gevoegelijk aan het particulier initiatief kan worden over- «gelaten «2°. is het oprichten door de gemeente van lokalenal- «waar later sterke drank in het klein zal worden ver- «kocht, z. i. in strijd met den geest der wet op den «kleinhandel in sterken drank «3°. zal de aanleg en het onderhoud van een paviljoen «niet geringe kosten na zich slepen. «Bovendien wordt overwogen, dat het verhuren van een «gedeelte van het park aan de Groote Sociëteit voor een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 88