4 Juli 1891. Tegenwoordig deheeren: Van Dam, Van Hal, Backer, Teychiné, Van Mierlo, Guljé, Van Aken, Nelissen, Rombouts, Smits, De Booy, Van Dongen, Klep, Pels Rijcken, Vreede, Heijlaerts en De Man, voorzitter. Niemand der leden is afwezig. De notulen van het verhandelde in de vergadering van den 23sten Mei 1891 worden, na herlezing van het ge sprokene door den heer Vreede in zake de oprichting eener zwem- en badinrichting, goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter stelt aan de orde A. Ingekomen stukken 1°. Afschriften van besluiten van de Gedeputeerde Staten van Noordbrabant, houdende goedkeuring der raadsbesluiten: a. tot wijziging der begrooting voor 1890 door toevoeging in de ontvangsten aan art. 13, Hoofdstuk IV, eener som van f 6050 en verantwoording dier som onder Hoofdstuk III, art. 7 (Exploitatiekosten der gasfabriek); b. tot onderhandsche verhuring van 60 centiaren grond aan A. O. Hutten, weduwe van P. Vermooien, voor den tijd van zes jaren, tegen 10 cent per centiare 'sjaars, in gaande 1 September 1891 6

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1891 | | pagina 95