4 Juli 1891.
99
inachtneming der voorwaarden, die de Raad mocht vast
stellen.
De voorzitter zegt, dat reeds een adres van een ander
huurder is ingekomen en stelt voor de zaak ter afdoening
te stellen in handen van burgemeester en wethouders.
De heer De Booy doet opmerken dat er meer gegadigden
zijn, waardoor wel een hoogere huursom zou kunnen ver
kregen worden. Mitsdien geeft spreker in overweging
adressante geheel van de huurverbintenis te ontslaan en
vervolgens het perceel in het openbaar te verhuren.
De voorzitter weet niet of openbare verhuring wel ge
raden is, met het oog op vroeger daarvan verkregen uit
komsten.
Maar zegt de heer De Booy sprekende tot den voor
zitter als ik u verzeker dat er meer gegadigden zijn,
hoe is dan uw antwoord
Dat in zulk een geval antwoordt de voorzitter
burgemeester en wethouders eene keuze zullen doen.
De heer Rombouts acht het den juisten weg om Mevrouw
Bijl de Vroe niet van hare huurverbintenis te ontslaan,
maar haar toe te staan, met goedkeuring van burgemeester
en wethouders, de huur aan een ander over te dragen.
De voorzitter zegt, dat ook dit de bedoeling is van zijn
voorstel, dat spreker herhaalt.
Niemand verder het woord verlangendewordt het
voorstel des voorzitters om het adres te stellen
in handen van burgemeester en wethouders ter af
doening zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
6°. Missive van het burgerlijk armbestuur alhier, dato
30 Mei 1891n°. 30daarbij ter goedkeuring inzendende
de rekening en verantwoording dier administratie over 1890,
vergezeld van de daarbij behoorende bewijsstukken.
De voorzitter verzoekt, als gebiuikelijk, eene commissie tot
onderzoek te benoemen.