105
totdat er eventueel fouten zouden begaan worden.
Maar tot dusver zijn géén fouten begaan, en daarom
kan spreker niet méégaan met het voorstel om aan
de commissie nog een deskundige ter zijde te stellen.
De heer Van Mierlo komt op tegen het door den
heer Heijlaerts gebezigde woord fiasco. De zaak
zelve zegt spreker is goed geslaagd en het
water was uitmuntend. Alleen aan voorzorgen die men
wenschte te nemen in het belang van landbouwers
te Dorst, is het te wijten, dat de zaak niet ter bekende
plaatse kan worden tot stand gebracht. Zoo iets
echter heeft niemand kunnen voorzien en zou teleur
stelling gebaard hebben aan wie ook de zaak onder
nomen hadden.
De heer De Booij zal zich niet bewegen op het
gebied van het houden van lofspraken, maar wenscht
te zeggen dat het hem heeft getroffen dat den raad
geadviseerd wordt, dat de omstandigheden niet ver
anderd zijn. Z. i. zijn die wel veranderd, nu weer
geVraagd wordt om een crediet van /'2000 tot het
doen van nieuwe onderzoekingen. Wat belet een
voorstel aan te nemen gelijk door den heer Heijlaerts
gedaan is Daardoor zal ontstaan wrijving van
gedachten, .luist nu behoort de raad terug te komen
op zijn vroeger besluit en aan de commissie zekerheid
te verschaffen dat zij slagen zal. Door het benoemen
van een tweeden deskundige kan ook de heer Schotel
niet gefroisseerd zijn, terwijl heel Breda daardoor
gebaat zijn zal. Spreker eindigt met te verklaren
dat hij steunt het voorstel van den heer Heijlaerts.
De lieer Nelissen zegt, dat van de zaak te verre
wordt afgeweken. Er wordt uitsluitend een crediet