108
(Is in extenso opgenomen in de notulen van dezen
raad van 27 Februari 1892.)
De voorzitter vraagt, of iemand der leden nopens
dit punt liet woord verlangt.
De heer Rombouts geeft in overweging, dewijl
reeds enkele leden de vergadering verlaten hebben,
de zaak aan te houden.
De heer De Rooij verklaart daartegen te zijn.
Reeds twee jaren is de zaak in voorbereiding.
Waarom moet zij nog langer worden aangehouden?
Sprekers voorstel is, dadelijk eene beslissing te nemen.
De voorzitter deelt de zienswijze van den vorigen
spreker. Dan verzoekt de beer Rombouts stemming.
Zijnerzijds zal bij tegen stemmen, niet om het tech
nisch gedeelte van bet plan, dat hij buiten beoor
deeling wil laten, maar om het financieel gedeelte,
dat alsnu zal moeten onderworpen worden aan de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
Daarop wordt overgegaan tot stem
ming, waarvan de uitslag is dat de
conclusie van het rapport, strekkende
tot het onveranderd goedkeuren van liet
ingediende plan, waarvan de kosten ge
raamd worden op 17000, wordt aan
genomen met 14 tegen 2 stemmen.
Vóór waren de heeren: Van Hal, De Rooij, De
Bont, Sassen, Guljé, Teijciiiné, Backer, Klep, Van-
Dongen, Van Mierlo, Vreede, Bels Rijcken, Nelissen
en de voorzitter.
Tegen de heeren: Rombouts en Mathon.