110 zoover mogelijk uit te breiden. Langs dien weg toch moet men geraken tot de illusie van alle gemeente- ambténaren, dat er kome een weduwenfonds. Men ziet de ambtenaren hunne diensten blijven verleunen zoolang het hun mogelijk is, maar het. vestigen van een zoodanig fonds zal hun ijver nog meer doen toe nemen. Met meer gerustheid zullen zij hunne tank- volbrengen, als zij verzekerd zijn, dat zij hij hun heen gaan hun gezin niet hulpeloos achterlaten. Maar eerst moet het getal contribuanten zoover mogelij k worden uitgebreid en alle exceptiën moeten worden uit den weg geruimd. Voorts wenscht spreker aan de zorg van het dage lij ksch bestuur aan te bevelen de belangen van hen, die buiten de termen vallen aan het Pensioenfonds deel te nemén, wat te gemakkelijker is nu een ijverig lid der Commissie voor het pensioenfonds in het dagelijksch bestuur zitting heeft, opdat ook de werk lieden, die spreker op het oog heeft, in hun ouden dag niet van hulp verstoken zijn. De voorzitter dankt den spreker voor zijne goede gevoelens, waarmede hij zich kan vereenigen. De heer Dk Booij erkent wel het recht om wenken te geven aan de commissie, maar moet er op wijzen dat deze gebonden is aan de bepalingen der verordening. Het eerste wat alzoo zou te doen staan, is het wijzigen der betrekkelijke artikelen. Verder niemand het woord verlangende, stelt de voorzitter voor, de rekening goed te keuren, waartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 110