Den 22. Maart 1892.
Tegenwoordig de heerenVAN HAL, SASSEN,
VAN DAM, HEI JE A ERTS, DE BOOIJ, VREEDE,
ROMBOUTS, PELS RIJCKEN, MATRON, DE BONT,
NELISSEN, GUL JÉ, TEIJCHINÉ, BACKER, VAN
DONGEN, VAN MIERT/) en VAN AKEN.
Afwezig de heeren: Mr. E. DE MAN Ez. en E. P.
J. KLEP, beiden wegens ziekte, laatstgenoemde met
schriftelijke kennisgeving.
Waarnemend voorzitter: de lieer wethouder .1. A.
VAN AKEN.
De notulen van liet verhandelde in de vergadering
van den 12den Maart 1802 worden gelezen en goed
gekeurd.
De voorzitter stelt aan de orde:
A. Ingekomen Stukken:
IBesluit van de Gedeputeerde Staten der provincie
Noord-Brabant, dato 10 Maart 1802, G, N". 13, 2de
afdeeling, waarbij machtiging wordt verleend te
brengen ten laste van Hoofdstuk VIII, art. I der
gemeente-begrooting, dienst 1801, de som van 177.00,
ter bestrijding der kosten van het bacteriologisch en
microscopisch onderzoek van liet water uit de openbare
pompen in de gemeente Breda.