1#6 De lieer Rombouts vraagt, of van deze beschikking niet in hooger beroep kan worden gegaan Elders toch zegt spreker bestaat wel een lixum. Als de gemeente overtuigd is, dat eene voldoende wedde aan de betrekking verbonden is geworden, moet zij die overtuiging handhaven, liet financieel beheer breidt zich uit en zal zich bepaaldelijk uitbreiden bij het vestigen der waterleiding. En ofschoon die inrich ting vooreerst niet rendeeren zal, zal de ontvanger daarvan voordeel genieten. De heer Pees Rijcken zou eerst wel willen inzien het betrekkelijke Koninklijk besluit. De heer Van Mierlo wenscht den heer Rombouts te doen opmerken, dat in iedere provincie des rijks de jaarwedde van den ontvanger geregeld wordt door Gedeputeerde Staten, zoodat die spreker zich ten onrechte beroept op den toestand in andere provinciën. Gedeputeerde Staten bepalen de wedde, evenals die van den secretaris, onder goedkeuring des Konings. Het inbrengen van bedenkingen kan alzoo niet leiden tot eenig resultaat. Verder voert niemand het woord. Wordt daarop besloten de voorgelezen missive aan te nemen voor kennisgeving. 8. Adres van den heer F. F. X. Gervtti, direc teur der Stads-Bank van Leening alhier, dato 17 Maart 1892, daarbij te kennen gevende, dat hij zijne benoeming tot ontvanger dezer gemeente aanneemt met verzoek hem uit zijne tegenwoordige betrekking van directeur voornoemd eervol ontslag te willen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 116