!$9 De voorzitter herhaalt vervolgens zijne voorstellen gedaan na de lezing van het adres van den heer Certjttti, welke beide voorstellen zonder bedenking worden aangenomen. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot tijdelijke opneming van gelden ter aanvulling van het benoodigde kasgeld. Op verzoek des voorzitters, wordt gelezen de missive van den heer gemeente-ontvanger van den 12den Maart 1892, N°. 326, waarin de behoefte aan kasgeld wordt uiteengezet, bijzonderlijk tegen primo April, wanneer er 32000 a 33000 noodig is.; met te kennen geven verder, dat het hem het doelmatigst voorkomt, bij de Amsterdamsehe Dank, behalve de verschuldigde 8686.64nog 20,000 tegen I April a. s. te leenen, om die som, bij genoegzame kasruimte, zoo spoedig mogelijk te restitueeren. Voorts worden gelezen twee brieven van de Amster damsehe Bank, in den eenen waarvan zij zich in beginsel bereid stelt de verlangde som tegen ver strekking van eene obligatie aan de gemeente voor te schieten, mits de geldopname gesc liedt ten gevolge van een raadsbesluit, goedgekeurd door Gedeputeerde Shiten, en in den anderen, waarbij zij zich bereid verklaart, het voorschot, benoodigd voor den tijd v:in hoogstens drie maanden, te verleenen tegen eene rentevergoeding van vier ten honderd 'sjiuirs. De voorzitter zegt, dat reeds meermalen in dezen tijd des jaars, wanneer 20000 moet worden afgelost, zich het gebrek aan kasgeld deed gevoelen, gelijk ook nog het voorgaande jaar, toen de heer Gruk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 119